Alle scholen in Nederland hebben zorgplicht. Dat betekent dat wanneer een leerling bij een school wordt aangemeld de school wettelijk verplicht is ervoor te zorgen dat elke leerling onderwijs krijgt dat bij hem past en extra hulp krijgt als dit nodig is.

Ook wij hebben deze zorgplicht. Om aan deze zorgplicht te voldoen moeten wij onderzoeken welke hulp de leerling nodig heeft en of wij die extra hulp kunnen geven. Soms hebben we daarbij ondersteuning van het samenwerkingsverband of andere deskundigen nodig.

Ook kan het voorkomen dat wij de extra ondersteuning die een leerling nodig heeft niet kunnen bieden. Dat kan zijn wanneer een leerling wordt aangemeld bij ons op school, maar ook als de leerling al op onze school zit. Op dat moment zullen we, zoveel mogelijk in overleg met ouders, op zoek gaan naar een andere school. Dit kan een andere basisschool zijn of een school voor speciaal (basis) onderwijs (sbo of so). Als er gekozen wordt voor het speciaal (basis) onderwijs dan moet een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband.

Om tot passende ondersteuning te komen hebben wij een stappenplan geschreven. Dit stappenplan is opgesteld volgens een werkwijze, namelijk handelingsgericht werken.

Handelingsgericht werken is een vaste manier van werken die de kwaliteit van ons onderwijs en de begeleiding van alle leerlingen verbetert en waarbij wij het aanbod afstemmen op de onderwijsbehoeften en de basisbehoeften van de leerlingen. Het begint bij goed kijken naar wat een kind nodig heeft om te ontwikkelen. Deze werkwijze helpt ons als school om de juiste ondersteuning aan kinderen te bieden, de juiste mensen daarvoor in te schakelen en goed te volgen hoe het gaat en wat het oplevert.

Deze werkwijze heeft vijf niveaus van ondersteuning.

In de niveaus 1, 2 en 3 spreken we van basisondersteuning.

Basisondersteuning is de hulp die we kunnen geven bij problemen die regelmatig voorkomen. Dit gaat om lichte vorm van ondersteuning en is onder verantwoordelijkheid van school. Zo nodig met inzet van expertise van andere scholen en/of ketenpartners.

Omdat de ondersteuning niet heel ingewikkeld is, wordt er meestal ook geen individueel plan voor gemaakt. Wel wordt deze ondersteuning met ouders besproken tijdens de voortgangsgesprekken.

Onder de basisondersteuning valt ook het fysieke toegankelijkheid van het schoolgebouw, aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen die leerlingen fysiek nodig hebben.

Bij niveau 4 en 5 gaat het om en zwaardere vorm van ondersteuning.

Bij niveau 4 worden er externe deskundigen ingeschakeld en beschrijven we de er extra ondersteuning in een specifiek plan. Bij ons op school heet dat een OPP; een ontwikkelingsperspectiefplan.

Bij niveau 5 is duidelijk dat school de extra ondersteuning die de leerling nodig heeft niet meer kan bieden en gaan we op zoek naar passende ondersteuning op gespecialiseerd onderwijs.